Een romantische avond

  • Auteur: Greetje

Op een snikhete dag, zo’n dertig jaar geleden, maakte ik samen met een aantal familieleden een bergwandeling in een prachtig stukje Tirol. Zo’n wandeling maak je op een dag met dergelijke temperaturen natuurlijk niet zomaar, wij hadden een duidelijk doel voor ogen: een berghut ongeveer halverwege.

Tot deze tocht waren wij aangezet door de zoon van onze pensionhoudster, die ik voor het gemak Florian noem. Hij  beloofde ons een prachtige alm met een bergmeertje vol forel. Voor de vissers onder ons een vooruitzicht om van te watertanden. De bewoner van de hut, de oude Ludwig, was een bekende van Florian. Die zou zelf, voorzien van wijn en limonade, later arriveren. Mij bond hij op het hart om Ludwig vast de groeten van hem over te brengen. ‘Zeg maar dat hij de pan al op het vuur kan zetten, dan begrijpt hij het wel,’ voegde hij daaraan toe. ‘Hopelijk zijn er geen jagers in de buurt, er mag officieel namelijk niet in dat meertje worden gevist.’ Hij wreef zich in de handen bij het vooruitzicht van verse forel, vergezeld van een goed glas wijn.

Het beloofde een prachtige avond worden. Voorlopig was het nog afzien in de hitte, maar wij vorderden gestaag en bereikten uiteindelijk de hut met het meertje. Van Ludwig geen spoor, wel zagen wij op enige afstand twee jagers die ons nauwlettend in de gaten hielden. We overlegden wat ons te doen stond, besloten om eerst even af te wachten, en zagen toen Ludwig in de deuropening van zijn hut verschijnen. Opgelucht bracht ik de groeten van Florian over. De oude man keek niet bepaald opgewekt, en de naam Florian deed ook geen licht opgaan, dus over die pan heb ik maar gezwegen.  Aangezien Ludwig niets voor ons te drinken had, maakten we het ons gemakkelijk in het gras, dronken de door ons zelf meegebrachte limonade en wachtten op Florians komst. Ondertussen werden wij benaderd door één van de jagers of wij een andere route terug wilden nemen. Zij moesten namelijk een hert afschieten en wilden voorkomen dat de hagel ons om de oren zou vliegen. De kans op verse  forel leek nu wel heel erg klein.

Gelukkig duurde het niet zo heel lang voordat Florian verscheen. Vanuit de verte zagen wij zijn hengel al uit de rugtas steken. Voor beide jagers bleef hij ook niet onopgemerkt. Alsof dat allemaal nog niet genoeg was, doemden er donkere wolken op die niet veel goeds beloofden. Boven aangekomen, sprak Florian nog een paar woorden met Ludwig, wiens slechte humeur veroorzaakt bleek te worden door ziekte van zijn vrouw.
Er klonk een onheilspellend gerommel. Florian keek bezorgd naar de lucht en adviseerde ons om hem maar zo snel mogelijk naar beneden te volgen.  Dat bleek geen overbodige raad: het onweer naderde snel. De terugweg verliep in recordtijd, al lukte het ons niet om droog bij de auto aan te komen.
Zo zaten wij die avond niet romantisch forel in een berghut te eten, maar droogden op in een gasthof,terwijl het buiten donderde en bliksemde.
De Hirschgoulash smaakte prima,dat wel.