Bad Gastein
Bad Gastein
Bad Gastein

Column: De alpenmicrobe

  • Auteur: Gastblogger

Ik denk wel eens terug aan toen ik als kind, samen met mijn ouders en mijn zus, op reis ging naar Oostenrijk, Frankrijk of Zwitserland…

Het waren reizen die mijn vader op voorhand had voorbereid. Hij had op voorhand zitten zoeken wat de streek te bieden had en zorgde ervoor dat er elke dag wel iets op het programma stond. Ook een aantal bergwandelingen maakten gegarandeerd deel uit van het programma. Voor zover ik mij kan herinneren was ons gebruik van zetelliften en kabelbanen meer de uitzondering op de regel en dus kon je er zeker van zijn dat de wandelingen – die soms echt pittig waren – achteraf in de spieren te voelen waren.

Jeugdherinneringen aan de bergen

Als klein ventje van een jaar of 10 was ik niet altijd even enthousiast en onder de indruk van de innemende pracht en de serene stilte van de berglandschappen, en vooral tijdens een lange klim onder een loden zon had ik maar weinig goeds te zeggen over het bergwandelen. De schoonheid rondom me ging aan me voorbij, want ik was meer bezig met de vraag waarom ik me aan het afbeulen was op een kronkelend pad waar geen einde aan bleek te komen. Ik heb het, tot ergernis van mijn ouders, waarschijnlijk iets te vaak laten blijken.

Maar ik zal waarschijnlijk niet de enige geweest zijn, en mijn ouders gaven niet al te veel toe. Al doende leert men, is een uitdrukking met veel waarheid in, en dat geldt dus ook voor bergwandelingen. Naarmate ik wat ouder werd, werd ik fysiek ook wat sterker en leerde ik mijn krachten doseren. Ik leerde uit mezelf beter klimmen en dalen. Ook de beleving zelf veranderde: het spelen onderweg was minder belangrijk geworden en maakte plaats voor de wil om er te geraken, voor de trots na de prestatie en, het behalen van de meet, de top.

Ik moet een jaar of 13 geweest zijn toen we, tijdens een bergwandeling in de streek van Val Fréjus, pauze hielden bij een hut. Het zag er even naar uit dat de tocht moest gestaakt worden. Mijn zus kon met knieproblemen niet verder en dat dwarsboomde ongewild de wens van mijn vader: hij wou graag door naar de top maar alleen zou hij dat nooit doen. Ik heb toen beslist om met mijn vader mee te gaan, terwijl mijn moeder en mijn zus op ons bleven wachten. De tocht die we toen ondernomen hebben was zonder twijfel de meest memorabele. Na een passage over sneeuw werd het pad grilliger en ook de wind stak op. Het kostte ons moeite en doorzetting. We waren nog nooit zo hoog geweest dus het voelde wel wat eng aan. We zijn toen toch helemaal boven geraakt, mijn pa en ik. Maar de euforie die ik daarboven voelde, en het adembenemende uitzicht daar, was een grandioze belevenis. Op dat ogenblik heb ik er nooit bij stilgestaan maar dat zal dat ene moment geweest zijn dat de alpenmicrobe zich voorgoed in mij heeft vastgebeten.

Het album van die bewuste zomerreis is nadien helaas verloren gegaan. Amper één foto, van mij op de top van die berg, hielden we over en die hing jarenlang als souvenir in de keuken. Ontelbare keren heb ik, met een gemengd gevoel van heimwee en trots, teruggekeken naar die foto.

Alpen in de zomer

Intussen ben ik zelf vader. Zwitserland, Frankrijk, Oostenrijk en Italië heb ik zo’n 15 jaar lang enkel in winterse omstandigheden gezien. Mijn vrouw, kinderen en ik zijn fervente wintersporters. Maar Valerie, mijn vrouw dus, beschouwde de Alpenlanden voorts voorbestemd voor wintersport, terwijl zuiderse bestemmingen de norm zijn voor een zomervakantie. Hoewel ik dus elk jaar wel winterse bergtaferelen zag en daar eerst wel genoeg aan had, hunkerde ik de laatste jaren opnieuw naar de zomerse bergtaferelen. Het is mij gelukt om Valerie en de kinderen te overtuigen om de Alpenlanden ook een kans te geven als zomerbestemming. Nu onze kinderen ook zo oud zijn als toen ik voor het eerst meeging met mijn ouders en toch al eens een aardig eind kunnen stappen, leek de tijd er rijp voor. We boekten een week in het hotel Zinnkrügl in Sankt Johann im Pongau, Salzburgerland en zouden daarna nog doorreizen naar het Gardameer waar we vorig jaar ook waren. Toch een beetje een compromis dus, maar goed. Ik hoopte innig dat de eerste week van onze vakantie een absolute voltreffer zou worden en dat dit dan de aanzet zou zijn van vele bergreizen die in de komende jaren zouden volgen. Wat mij betreft waren de verwachtingen dus hoog gespannen.

Naar het voorbeeld van mijn vader, heb ik de voorbije maanden ook verschillende uren gespendeerd om uit te zoeken wat de streek te bieden had. Een bezigheid waarvan ik mij trouwens realiseer dat dit vandaag stukken makkelijker is dan 30 jaar geleden, want facebookgroepen als ‘Alpenfreaks’ en verschillende websites bieden gigantische hoeveelheden aan informatie en tips.

Bergwandeling in Bad Gastein

glocknerblickEén van de wandelingen die we tijdens onze week vakantie gedaan hebben, was een tocht van 7,5 kilometer, vanaf het bergstation van de StubnerKoglbahn in Bad Gastein naar het verder gelegen dorp Sportgastein. Een wandeling van ongeveer 5 uur. Met niet meer dan 202 hoogtemeters stijgen en het hoogste punt van de wandeling op 2314 meter, en met ruim 800 meter dalen, zouden mijn vrouw en kinderen het alvast niet als een lange lastige klimpartij ervaren. Vanaf het bergstation ben je meteen bij het panoramapunt Glocknerblick.
De tocht gaat dan verder naar de Tischkogl (2409m). Het stuk tot aan de splitsing waar je kan kiezen om over de Tischkogl te gaan of om eromheen te gaan was voor mijn vrouw en kinderen wat beangstigend. Begrijpelijk dat je wel even moet slikken als je voor het eerst over een bergkam stapt met aan beide zijden het zicht op de diepe vallei. Het heeft niet veel gescheeld of ze maakten toen rechtsomkeer. Ik heb ze gelukkig nog weten te overtuigen om toch te verdapperen. Ook het feit dat andere bergwandelaars en kinderen passeerden moet geholpen hebben.
Naar de top van de Tischkogl klimmen was niet voor ons weggelegd en we namen op de splitsing – de rode route n°132. Het is een smal pad langs steile flanken, over puinrotsen en grillige rotsformaties. Aan de andere kant van de top komt ze terug samen met de andere route. Het heeft al bij al niet lang geduurd voor mijn kinderen enthousiast en onvermoeid op en over de rotsen klauterden. Ze waanden zich als gemzen en waren vol van hun ‘spel’ om elk obstakel op het pad te overwinnen. Het was een plezier om te zien hoe ze zich vermaakten. Valeries vrees voor het diepe dal naast haar ebde ook snel weg. Haar tweede angst, dat de immense stilte daarboven haar van haar stuk zou brengen bleek eveneens onterecht. Ze genoot met volle teugen.
Langs het Otto Reichert-pad kwamen we bij de Ortbergscharte (2246 m) en daalden we af naar het Angertal. Ook hier is het zicht van bovenaf op het meer idyllisch mooi. Het pad n°128 leidde ons verder naar de onderste Pochkarsee en de dam. Aan Pochkarsee moesten we nog een korte klim doen naar de Pochkarseehütte maar van daar uit gaat het terug – steil – bergafwaarts naar het Valeriehaus in Sportgastein. Dat dit huis net de naam draagt van mijn vrouw is een charmant en leuk surplusje. Daar moesten we de bus terug naar de auto nemen. We hebben trouwens het laatste uur nog goed moeten doorstappen en even ‘diep’ moeten gaan om op tijd die bus te halen maar ook dat lukte. Ik zag hoe mijn gezin moe en met uitgebluste benen op de bus stapte. Mijn jongste zoon, 7 jaar, had alles uit de kast moeten halen en ging bekaf zitten. Hij keek me aan en vroeg: “Was ik flink, papa?”
– “Ja”, jongen, je hebt het geweldig gedaan” toverde, ondanks zijn pijnlijke vermoeide benen, een trotse gelukzalige glimlach op zijn mond. Ze hadden er allemaal heel erg van genoten, zeiden ze. En ook dat ze al uitkeken naar die deugddoende duik in het zwembad van het hotel.

De alpenmicrobe heeft tijd nodig

Intussen zijn we al weer enkele weken thuis, en ik merk dat het hele gezin mooie herinneringen overhoudt aan onze reis naar Oostenrijk. We hebben ‘quality-time’ gehad samen, daar in Oostenrijk. En het smaakt naar meer daar zijn we ook unaniem over eens. Gelukkig. Het zou absurd geweest zijn, als ik nòg meer had gewild. Als ik had verwacht dat ze meteen al even hard fan zouden zijn van de bergen als ik. Zover zijn we niet. Nog niet. En of dat ooit zo zal zijn, dat zien we later wel… Die alpenmicrobe heeft uiteindelijk bij mij ook een tijdje nodig gehad.

Door: gastblogger Frederik

Salzburgerland Marco Polo
Marco Polo reisgids voor Salzburgerland en Salzburg. Dit handige pocketformaat zit boordevol informatie en heeft een uitneembare kaart en atlas-pagina\\\'s. Met Insider Tips om de streek écht te ontdekken en de TOP 15 van bezienswaardigheden in één oogopslag. Veel up-to-date informatie in overzichtelijke hoofdstukken: sightseeing, eten & drinken, winkelen, uitgaan, verblijf, routes & tochten, voor kinderen, feesten, festivals & evenementen, internet tips, praktische info van a tot z, een taalgidsje, plattegronden en straatnamenregister.
v.a. € 13.5

StubnerkogelbahnStubnerkogelstraße 23 - 5640 - Bad Gastein - Oostenrijk -
StubnerkogelbahnStubnerkogelstraße 23 - 5640 - Bad Gastein - Oostenrijk -

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>